dinsdag 7 oktober 2008
Dan denkt een mens: laat ik eens mijn ecologische voetafdruk binnen de perken houden en een metro-abonnement nemen. Onze teerbeminde blauwe planeet ziet al genoeg af, en bovendien heb ik niet echt zin om in putje winter elke dag vier kilometer naar mijn stageplek te klossen. Slechts € 45 kost me dat, een sympathiek gebaar vanwege die gesubsidieerde lieverds van Quartier Latin. Reden genoeg dus voor een armlastige student om zich gezwind richting metrostation Brouckère te begeven, wat administratieve formaliteiten te doorworstelen en dan: volop genieten van een jaar openbaar vervoer in de hoofdstad. Dat dacht ik tenminste. Na nauwelijks twee minuten - wat een drukte in die Bootik! - sta ik alweer buiten. Zonder abonnement. De volgnummerverdeler (of hoe noem je zo'n ding?) is leeg, en zonder volgnummer geen bediening. Kom morgen maar eens terug. Quelle misère!
Op dagen als vandaag, waarop het werkelijk allemaal tegenzit - geen abonnement, te weinig wisselgeld bij Panos en een defecte trein huiswaarts - vraag ik me altijd af: wat is er geworden van al die prachtige toekomstbeelden die we in de vorige eeuw koesterden? Waar zijn ze, de hotels op de maan en de pendeldienst naar Mars? En vooral: waar blijven de superintelligente robots, die de mensheid van alle tijdrovende en/of onprettige taken zullen verlossen en steeds paraat staan, vierentwintig uur per dag, zonder te zaniken over koopkracht en crisis? Geef toe: we dromen toch allemaal van zo'n aardig blikken knulletje dat in onze plaats aanschuift in de wachtrij, de afwas doet en tussendoor de dakgoot ontstopt, zodat wij ons kunnen bezighouden met aangenamere dingen.
En zie: ik ben niet de enige die er zo over denkt. In James May's Big Ideas gaat "die rare met zijn lang haar van Top Gear" wekelijks op zoek naar spitstechnologie die ons leven kan veranderen (in positieve zin, uiteraard). Zondag jl. wilde hij wel eens zien hoe dat zat met die robots waarover ik net sprak. Valt er al iets meer mee aan te vangen dan met hun logge voorouders uit de sixties? Ja, zo bleek na een uitgebreide kennismaking met ASIMO, de eerste robot die vlot kan lopen, rennen en zelfs trappen beklimmen. Deuren openen lukt nog niet zo best, maar een kniesoor die daarover struikelt. De jongste versie van ASIMO is zelfs ronduit revolutionair: uitgerust met camera's, leert hij voorwerpen herkennen en onthouden. Hij kent niet alleen het begrip 'stoel', hij weet ook dat er verschillende types stoelen bestaan. Dat belooft dus.
Ik was echter het meest onder de indruk van een karretje dat enkel met behulp van de hersenen gestuurd wordt. Wil je naar links, dan moet je denken dat je iets met je linkerhand doet, en vice versa natuurlijk. Beeld u eens in, de mogelijkheden zijn eindeloos! Alhoewel. Zo'n nest elektroden op je schedelhuid, erg esthetisch is 't toch niet, en het viel me op dat May alle moeite had om zich op het sturen zonder handen te concentreren. Als hij zijn gedachten ook maar een nanoseconde liet afdwalen, dokkerde zijn vehikel al het decor in. Power of the mind, allemaal goed en wel, maar als je de hele tijd "rechts-links-rechts" moet zitten denken, kun je je uiteraard met niets anders bezighouden. En dat maakt het leven er juist niet makkelijker op, integendeel. Toch weer zelf aanschuiven dan maar. Quelle misère aan de Brouckère.
Labels: Brussel, metro, robot, technologie
2 Comments:
-
- Kerlyne Dekeukelaere said...
11 oktober 2008 om 16:20voor meer uitleg over de oorzaak van uw ergernis; http://www.brusselnieuws.be/artikels/stadsnieuws/nieuwe-mivb-chipkaart-oorzaak-van-lange-wachtrijen- Thijs R.C. Vandewoude said...
12 oktober 2008 om 00:18't Is ondertussen in orde, maar toch verhelderend om te lezen dat ik niet de enige ben die het is opgevallen. T.
Subscribe to:
Reacties posten (Atom)