vrijdag 17 oktober 2008
Hoewel hij het waarschijnlijk niet beseft, heeft die sakkerse Jonas mij met zijn vorige post een pracht van een voorzet gegeven, die ik nu uiteraard Wesley Sonckgewijs ga binnenkoppen.
Zoals u kon lezen, speelt Dokter Zjivago zich af ten tijde van de Russische revolutie, die in 1917 ondermeer leidde tot het einde van de Eerste Wereldoorlog op het oostelijk front. Dat was in de jaren daarvoor het toneel geweest van bloedige gevechten tussen het leger van de tsaar enerzijds en Duitse en Oostenrijkse troepen anderzijds, met als inzet Polen en Galicië - niet te verwarren met de gelijknamige Spaanse provincie.
Klinkt allemaal heel ver van ons bed, zelfs voor een historicus. Ik was dan ook niet weinig verrast toen ik hoorde dat er Belgen hebben meegestreden aan de zijde van de Russen. In hun boek Reizigers door de Grote Oorlog (ISBN 978 90 5826 552 4) beschrijven August Thiry en Dirk Van Cleemput de onwaarschijnlijke lotgevallen van die vergeten soldaten, het korps Autos-Canons-Mitrailleuses (ACM). Uit dit werk destilleerden de auteurs een lezingenreeks, waarvan ik op 16 oktober dankzij Davidsfonds Diksmuide een try-out kon bijwonen.
Toen den Duits in augustus 1914 ons land binnenviel, kregen enkele patriottische autofreaks het idee om wat staalplaten aan hun Minerva te lassen en met die primitieve 'pantserwagens' de opmars van de vijand te stuiten. Zonder veel succes overigens, maar dat weerhield de kapitaalkrachtige baron de Caters er niet van, in Parijs de eerste Belgische pantserdivisie op te richten.
Vierhonderd onverschrokken avonturiers, waaronder de Luikse worstelkampioen Constant le Marin en de jonge Julien Lahaut, meldden zich in onbezet Frankrijk voor de keiharde opleiding. Eenmaal die achter de rug was het tankkorps - met modern materiaal - gevechtsklaar. Alleen: aan het westelijk front was de tijd van de grote offensieven voorbij. De Belgen hadden zich ingegraven achter de IJzer en ook bij de verdediging van de Ieperboog waren tanks nutteloos.
Omdat hij er zelf niets mee kon aanvangen, deed koning Albert I de ACM dan maar cadeau aan tsaar Nicolaas, die alle hulp kon gebruiken. Op 21 september 1915 vertrokken de Belgen vanuit Brest naar Archangelsk, van daaruit ging de reis over land naar Sint-Petersburg. Daar lummelden ze enkele maanden rond, maar toen riep de plicht: hun tanks werden ingezet aan het Galicische front, in het huidige Oekraïne.
Thiry en Van Cleemput spraken met aanstekelijk enthousiasme over hun passie en illustreerden hun exposé met een overvloed aan foto's en kaarten. Het onderwerp is - in Vlaanderen althans - zo goed als onbekend, en dat zij de ACM uit de vergetelheid hebben gehaald, verdient alle lof.
Het werd echter al snel duidelijk dat de lezing nog niet helemaal op punt stond, om het zacht uit te drukken. De auteurs hadden zich kennelijk voorgenomen om op twee uur tijd het hele boek te vertellen. Een al te ambitieus plan: de talrijke anekdotes waarmee ze hun betoog lardeerden, zorgden ervoor dat de Russische campagne, toch de kern van de zaak, pas na een klein uur ter sprake kwam.
Door die belabberde timing moest het tweede deel van de avond in sneltreinvaart worden afgehaspeld, zodat enkele razend interessante onderwerpen niet of nauwelijks belicht werden. De steun aan de bolsjewieken in de Russische burgeroorlog, de odyssee doorheen Siberië richting Vladivostok nadat Lenin het ACM had bedankt voor bewezen diensten, de hartelijke ontvangst in San Francisco en New York, de thuiskomst in mineur: zo traag als de avond op gang was gekomen, zo haastig holde hij naar zijn einde.
Omdat een verwittigd man er, in tegenstelling tot pakweg de Fortis-aandelen, twee waard is, hadden Thiry en Van Cleemput het publiek uitvoerig op het hart gedrukt dat het 'maar' een try-out was. Niettemin kreeg ik de mantra's "maar dat moet u maar eens in het boek nalezen" en "daar hebben we jammer genoeg geen tijd voor" vaker te horen dan me lief was.
Conclusie: mits flink wat oordeelkundig snoeiwerk valt van deze schat aan informatie wellicht een heel genietbare lezing te maken. De irrelevante details moeten eruit en de wisselwerking tussen beide sprekers kan nog vlotter, maar dankzij deze avond heb ik wel zin gekregen om Reizigers door de Grote Oorlog te lezen. Laat ons hopen dat de rest van geschiedenisminnend Vlaanderen spoedig volgt.
Labels: België, Davidsfonds, Rusland, Wereldoorlog I
0 Comments:
Subscribe to:
Reacties posten (Atom)